Simchat Tora en aarden vaten
Klik hier om direct naar de videostudie te gaan.

Deze week lezen we de laatste sidra van de Tora: Wezot haberachá’, dit is de zegen. Zondag is het Simchat Tora, Vreugde der Wet en dan begint de lezing weer opnieuw bij Genesis. In het bijbelse denken wordt de Tora gezien als een schat. Ik vond in Tenachon een midrasj over die schat van God die naar de aarde was gekomen.
Rabbi Jehosjoea ben Levi zei: Toen Mosjè afdaalde van de nabijheid van de Heilige Hij zij gezegend, kwam Satan en vroeg Hem: Heer der wereld, waar is de Tora? Hij antwoordde: Ik heb haar aan de aarde gegeven. Satan ging naar de aarde, maar vond haar niet. Hij keerde terug en zei: Heer der wereld, overal op aarde heb ik de Tora gezocht, maar ik heb haar niet gevonden. Hij zei tot hem: Ga naar de zoon van Amram. Satan ging naar Mosjè en zei hem: Waar is de Tora die de Heilige Hij zij gezegend je gegeven heeft? Hij antwoordde: Wie ben ik dat de Heilige Hij zij gezegend míj de Tora zou geven? De Heilige Hij zij gezegend zei tot Mosjè: Mosjè ben jij een leugenaar?
Mosjè antwoordde: Heer der wereld, U hebt een verborgen schat waar U dagelijks van geniet. Durf ik te zeggen dat die van mij is?!
De Heilige Hij zij gezegend zei tot Mosjè: Omdat je je zo klein hebt gemaakt, zal zij naar jou worden genoemd. Zoals er gezegd is (Maleachi 3:22): ‘Gedenk de Tora van Mosjè, Mijn dienaar.’(bSjabbat 89a)
(In Tenachon 29, p. 461, Stichting PaRDeS, vooreen B. Folkertsma Stichting voor Talmidica)
Psalm 12:7, waar ik de video van vandaag mee begin, spreekt van een aarden kruik. Dat doet onmiddellijk denken aan wat Paulus zegt in 2 Korinthe 4:7: ‘Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons’. Paulus heeft het hier ook over het vleesgeworden Woord van God. Ook Paulus weet dat dit Woord van God niet van ons is, maar wel in ons woont. De (levende) Tora is een schat die God aan de aarde toevertrouwt. Alle reden dus tot Vreugde over de Tora.
Bekijk hier de video over het woord ‘imráh, woord.