Lam
Klik hier om direct naar de videostudie te gaan.

Het is volgende week Pesach, het feest van de uittocht uit de slavernij uit Egypte. In de videostudie van vandaag bespreek ik het woord sèh, lam, omdat dit dier een grote rol speelt in de nacht van de uittocht.
Bij mijn studie van dit woord kwam ik ook terecht bij dat moeilijke verhaal in Genesis 22, de Akeda (binding) van Izaäk. Ik kwam een Midrasj tegen die ik u niet wil onthouden. In dit verhaal spreekt Abraham zich uit naar God. In het onderstaande citaat spreekt Abraham God aan met Je.
“Heb Je niet aldus tot me gesproken: Zoveel als de sterren aan de hemel zal je nageslacht zijn?” “Zeker.” “En uit wie dan wel?” “Uit Jitschak.” “Welnu, dit wil ik Je zeggen vanuit het diepst van mijn hart. Gisteren zeg Je me: Jitschak zal je nageslacht zijn. En nu zeg Je: Breng hem als opstijgoffer. Ik heb al mijn gevoelens onderdrukt en ik heb het niet geweigerd. Maar nu: Wanneer die nazaten van Jitschak zullen falen en in moeilijkheden komen, laat dan deze Akeda van Jitschak in Je herinnering terugkomen, en laat het zijn of ze zíjn as zijn, dat hier op het altaar bijeen ligt, en vergeef ze en verlos ze uit de benauwenis.” Antwoordde de Heilige Hij zij gezegend: “Jij hebt het jouwe gezegd, laat Mij nu het Mijne zeggen: In de toekomst zullen de kinderen van Jitschak tegenover Mij falen, en dan oordeel ik ze op Rosj haSjana. Maar als ze willen dat Ik daarbij de Akeda van Jitschak laat meewegen, moeten ze wel voor me op de ramshoorn blazen.” “Hoezo een ramshoorn?” “Kijk maar achter je.” Awraham sloeg zijn ogen op en zag, ziedaar! een ram, met de horens verstrikt in de struiken.”
(In Tenachon 5, Wajerá, p. 81, uit Tanchoema Wajera 23)